Als de dag van gisteren zie ik mezelf op woensdag nog steeds naar huis toe haasten. Zodra de schoolbel ging en we mochten gaan, was het zaak om zo snel mogelijk in actie te komen.
Want dan kon ik als eerste de Donald Duck lezen.
In een gezin met vier kinderen was dát heel belangrijk, zoals je je waarschijnlijk voor kunt stellen. Als je later dan een ander was, moest je dus wachten op je beurt.
Ik was blij dat mijn lief nét zo dol bleek te zijn op dit tijdschrift, ook hij had een abonnement toen ik hem leerde kennen.
Het zal je dan ook niet verbazen dat we blij waren dat onze kinderen groot genoeg waren om het excuus te gebruiken hén zelf te abonneren op de Donald Duck.
En de geschiedenis herhaalde zich; op zaterdag, als postbode geweest was, haastten zij zich naar de brievenbus om het blad als eerste te kunnen lezen.
De nieuwe belevenissen van oom Donald, zijn neefjes en de rest van de personages waren wederom iets om naar uit te kijken.
In de jaren die volgden leerde ons kroost echt zelf lezen en kwam ik tot een bizarre ontdekking.
Éen van mijn kinderen hield niet van lezen! De Donald Duck was oké, maar boeken? Neu, die waren maar tijdsverspilling.
Mijn verbazing was uiteraard enorm, dat het kon bestaan dat iemand niet van lezen houdt.
Dat de Donald Duck wel boeide, maar een boek zonder plaatjes geen enkele aantrekkingskracht had.
Ik kan mijzelf namelijk serieus verliezen in verhalen.
Verhalen die gaan over de dingen die echt kunnen gebeuren en ook verhalen die een beetje te absurd zijn om in het echt gebeurd te kunnen zijn…
Die liefde voor verhalen is gevoed door mijn moeder en mijn oma.
Als klein meisje logeerde ik graag en regelmatig bij mijn opa en oma.
Mijn oma was een fantastische vrouw.
En zij verstond de kunst van het vertellen van de prachtigste zelfverzonnen verhalen.
Ik vond dat geweldig!
Ik hing ademloos aan haar lippen als ze op de rand van mijn bed kwam zitten voor het slapen gaan, want dát was het ultieme moment waarop zij vertelde.
Mijn oma en mijn moeder hielden van lezen, en lazen ons graag en veel voor.
Op het moment dat ik het lezen eindelijk zelf kon, ging er een heel nieuwe wereld voor me open.
Eerst las ik alle boeken die wij in huis hadden, geschikt voor mijn leeftijd.
Dat waren de boeken van Guus Kuijer en Annie MG Schmidt.
Madelief en haar vriendjes en vriendinnetjes én Pluk en Otje las ik ademloos uit.
Ik vond het fantastisch!
Hoe meer ik las, hoe meer ik leerde van al die werelden die de schrijvers voor mij op papier hadden gezet.
Roald Dahl met zijn humor boeide me jarenlang.
Ook Jaques Vriens, Jan Terlouw, Eva Hartman en Thea Beckman hebben me heel wat uren leesplezier bezorgd.
Een wereld vormde zich die iemand aan het papier had toevertrouwd met mijn eigen beeld erbij die in mijn gedachten ontstonden, naarmate ik vorderde in het lezen van het boek dat ik gekozen had.
Dat vond ik en vind ik tot op de dag van vandaag toch zoiets magisch!
Na één bladzijde in een boek weet ik al of het me pakt of niet.
Dat is steeds een voorwaarde voor mij om een boek uit te lezen.
En als ik dan word gepakt, word ik zo meegesleurd in een verhaal dat ik echt ‘los’ moet komen als ik het weg moet leggen omdat ik anders in een onmogelijke of gevaarlijke situatie zou belanden.
Ik lees niet alleen in bed, op de bank, in een stoel, liggend op de grond, in het gras of aan tafel als ik alleen ben.
Nee, ik lees ook als ik mijn boterhammen smeer of zelfs tijdens het koken.
Als ik door een verhaal gegrepen word, kan ik het niet meer loslaten, niet meer wegleggen tot het laatste woord op de laatste bladzijde gelezen is.
Dan volgt meestal een zucht en sla ik de kaft dicht.
Altijd, echt altijd, wrijf ik dan even over het boek, de achterkant én de voorkant en mijmer ik nog even over het verhaal dat in het boek wel afgesloten is, maar in mijn hoofd nog even verder suddert.
Als ik dan een volgend boek heb gevonden, waar ik al net zo snel ‘ingetrokken’ word als in het net-uitgelezen boek, ervaar ik dat serieus als een geluksmomentje.
Ik mag weer verder dromen!
Mijn eigen liefde voor lezen maakt dat ik het vreselijk vind als het iemand niet lukt om te leren lezen.
Of als iemand zegt er niet van te houden, het zelfs tijdverspilling vindt.
Ik gun het iedereen zo, om met behulp van het lezen van een boek, in een droom te kunnen stappen.
Of ook, door het lezen van een boek te kunnen leren over hoe iets werkt, gebeurd is of hoe je iets kunt veranderen.
Vertel eens, hoe is dat voor jou?