Als we om half 9 de dag allemaal begonnen zijn, alle kinderen op hun plekje in de groep, hebben we ons gezamenlijk momentje.
Want de kinderen hebben niet voor niets hun naamkaartje opgehangen op het bord ‘zo voel ik me vandaag’.
Hier had ik het kort over in de post van vorige week.
Als je deze niet hebt gelezen en toch nieuwsgierig bent? De titel was: “Ja? Ben je er?”
Op dit bord hangen smileys met de gevoelens; blij, gewoon, moe, verdrietig en boos.
We kijken naar het bord en doen dan tussen neus en lippen door een taalopdracht;
✅Vertel eens wat je ziet.
✅Hebben alle kinderen hun kaartjes opgehangen?
Om vervolgens soepel door te schuiven naar een rekenopdracht;
✅Hoeveel kaartjes hangen er op het bord?
✅Waar hangen de meeste smileys?
✅Waar hangen de minste smileys?
✅Hoeveel meer/minder zijn dat er?
Daarna gaan we door met het leren je eigen gevoel te herkennen, het gevoel van je klasgenootjes te herkennen.
Daardoor oefenen de kinderen en passant de luisterhouding, het begrijpend luisteren.
Dit is van belang als voorbereiding op het begrijpend lezen als ze een stuk ouder zijn.
Ik vraag gericht aan enkele kinderen; Hoe voel je je nu?
Om dan ook bij andere kinderen te checken;
Kunnen we het zien dat Liesje (ik noem maar een naam) zich heel blij voelt nu?
En wat er altijd op volgt is de vraag of dat een fijn gevoel is.
Als het niet zo’n fijn gevoel is, onderzoeken we of iemand iets voor je kan doen om te zorgen dat het iets beter met je gaat.
We bespreken hoe je het ziet als iemand een gevoel heeft.
Gedurende de dag mogen de kinderen hun kaartje veranderen.
Het gevoel is immers lang niet altijd de hele dag hetzelfde.
Hoe mooi is het, als een kind verdrietig binnen is gekomen, we met elkaar zien dat dit kind verdrietig is. Er gevraagd is of we iets kunnen doen om te zorgen dat het iets beter gaat en dat dan in de loop van de dag het kaartje op ‘blij’ komt te hangen!
Ik word daar zelf in ieder geval heel gelukkig van.
Het gebeurt ook geregeld, en zeker naar een vakantie toe, dat er veel kaartjes bij ‘moe’ hangen.
We bespreken dat met elkaar en wat we kunnen doen om te zorgen dat het iets beter gaat. En, hoe jong de kinderen ook zijn (ik heb het hier over kleuters in groep 1 en 2), ze weten vaak zelf wat nodig is.
Het gevoel mag er dus zijn.
Geef er echt plek voor.
Je biedt op deze manier veiligheid. Zodat de kinderen mogen voelen wat ze voelen.
Dat ook mogen benoemen.
Én dat we met elkaar kunnen zorgen dat het iets beter wordt als dat nodig is.
De rekenbegrippen, taaldoelen en sociaal emotionele doelen komen zo vanzelf voorbij. Zo hoef je geen lijstje af te vinken in de trant van ‘dat hebben we dan ook maar weer gehad’, maar wordt het de hele dag, week maand en het jaar door geoefend en gebruikt.
Ben je al wat langer juf (of meester natuurlijk), dan weet je ook dat herhaling nodig is om iets echt te leren.
Dat we dit iedere dag doen, gaat nooit vervelen.
Sterker nog, als ik het een keer vergeet, of er komt iets tussendoor, vragen de kinderen of we nog wel naar ons gevoel van vandaag gaan kijken.
Nog een tip die echt heel leuk is; hang zelf ook een kaartje op.
Je kunt op die manier voordoen hoe jij het aanpakt.
En de kinderen weten ook hoe jouw pet vandaag staat.
Wedden dat ze bij je komen om te vragen of ze iets voor je kunnen doen om het iets beter te maken als je jouw kaartje bij moe, verdrietig of boos hangt?
Vind je het leuk om dit te lezen?
Volg me dan op Social Media.
Op facebook ben ik te vinden als Kindercoach Barbara.
Op Instagram is het kindercoachbarbara.
Op LinkedIn vind je me onder mijn eigen naam Barbara In der Maur – Kriele.
Heb je vragen of wil je iets met me delen; mail me dan op info@kindercoachbarbara.nl