Daar stond ik weer…

Op het schoolplein van zoonlief om hem op te halen. Even gezellig bijkletsen met de andere ouders, in afwachting bij wie gespeeld zou gaan worden.

De deur ging open en daar kwam de kleuterjuf, met een grote glimlach op haar gezicht mijn zoontje voor zich uit duwend….

 

Er klonk hier en daar een lach en een verschrikt “Ohhh,” en “Kijk nou!’

Zoonlief had het wéér voor elkaar. Hij zag eruit alsof hij in een modderplas had gezwommen, van top tot teen zat hij onder de bruine smurrie.

Hij stráálde van oor tot oor.

 

Bij het buitenspelen en spelen met bouwmaterialen verveelde hij zich nooit, hij zich kon werkelijk met alles vermaken. En was er niet veel te spelen, dan zorgde hij wel voor een vorm van vermaak.

Als het dan geregend had, vond hij het fantastisch om buiten in de zandbak en de grond ernaast te spelen. Ondersteboven en binnenstebuiten in het zand dus.

De wasmachine van mij was heel geduldig en gelukkig hadden we wat grotere neven en vriendjes die hun ‘oude’ jassen naar ons toe doorschoven.

 

Aangezien zoonlief eind oktober geboren is, hij best groot was voor zijn leeftijd en hij nogal welbespraakt was, ging hij door naar groep 3 toen hij nog 6 jaar moest worden.

Een grote verandering voor zoonlief. Hij ging ineens niet meer met plezier naar school.

En daar stond ik dan….. Liefdevolle moeder én bevlogen juf met haar eigen kind dat het niet naar zijn zin had op school. Die weerzin uitte zich in vervelend gedrag.

 

Bij de ene juf lukte het hem snel om haar voor zich te winnen met zijn creativiteit en enthousiasme, rossige haren, sproetjes en blauwe ogen. Bij de andere was er strijd. Veel strijd.

 

Zijn vader en ik hebben ieder schooljaar opnieuw zo snel mogelijk een gesprek gehad met de nieuwe juf of meester, waarin we hen aangaven dat zoonlief grenzen, maar ook mogelijkheden tot gebruik van zijn creativiteit nodig had.

Thuis ervoeren wij dat hij optimaal functioneerde en hij het gelukkigst was als hij grenzen had waarbinnen hij zich kon bewegen. Hij maakte de mooiste en meest indrukwekkende bouwsels en speelde dat het een lieve lust was.

 

We hebben in de loop der jaren heel wat gesprekken gehad op school waarin leerkrachten aangaven dat hij een heel lief kind is, maar dat het schoolwerk niks zou worden. Toetsen en Cito’s maakte hij dan weer als een van de besten van de klas, maar het werken op school in het algemeen was een ramp.

 

Hoe kon het? Een kind van een juf, die niet te motiveren was om voor school en op school enige moeite te doen? Werkelijk alles hebben we geprobeerd. Niets maar dan ook niets hielp….. Tot grote frustratie van mij.

 

In mijn jaren als juf heb ik heel wat vergelijkbare kinderen en hun ouders voorbij zien komen in de klas. Uiteraard had ik als juf óók gesprekken met de ouders van deze kinderen, hoe zij het opvoeden aanpakten thuis en wat er zou moeten gebeuren om deze kinderen wél gemotiveerd te krijgen.

 

En toen was daar het kwartje dat viel….. Heel wat cursussen en opleidingen later leerde ik herkennen wat er aan de hand zou kunnen zijn als een kind ineens zulk opvallend negatief gedrag vertoont.

Kinderen laten immers met hun gedrag zien, hoe ze in hun velletje zitten. Als dat ineens verandert, moet er toch een aanwijsbare oorzaak zijn?

 

Dit is wat bij zoonlief ook ineens gebeurde.

Veel kinderen lijken te veranderen in het onderwijs, hoe hard er ook gewerkt wordt door bevlogen leerkrachten.

Eindelijk werd voor mij duidelijk dat dat niet per se aan de kinderen ligt, maar mogelijk aan het lesaanbod en de lesstructuur in het onderwijs.

 

In de jaren ’80 werd het basisonderwijs ingevoerd. De kleuterschool behoorde voortaan bij de lagere school. Alles stroomde in één moeite door.

Er werd niet meer gekeken of kinderen er wel klaar voor waren om hele dagen in schoolbankjes te zitten, maar of een kind 6 jaar zou worden na 1 oktober van dat schooljaar…..

 

Met het invoeren van het basisonderwijs werd de opleiding voor leerkrachten voor de kinderen van 4 tot en met 12 jaar gerealiseerd en verviel de expertise die de oud ‘KLOSSERS’ leerden. Bij de KLOS werd uitgebreid geleerd dat kinderen veel moeten  bewegen en er een volgorde bestaat die er van nature is. Als een kind de ene vaardigheid beheerst, is hij klaar voor de volgende en zo door tot hij het hele lichaam onder controle heeft.

 

Met alle ervaring die ik als kind, moeder, juf en coach heb opgedaan, zie ik nu waar je kind echt mee geholpen is.

Graag kijk ik met jullie mee wat er speelt.

Is er balans in de ontwikkeling van je kind? Of is er nog oefening nodig op enig gebied?

 

Eerst zorgen we voor rust in de tent, waardoor je kind niet meer in de waakzame stand hoeft te functioneren. Iemand die stress ervaart, is niet in staat om dingen te leren.

Daarna ga we kijken waar de schoen echt wringt.

 

En dan, door heel gericht met spel te bewegen, leren we je kind alsnog hoe zijn lijf in elkaar zit en werkt. Laat je kind doen en ervaren, dáárvan leert hij.

Op deze manier ontstaat balans in het lijf en daardoor in het brein.

Je kind weet wie hij zelf is, in verhouding met zijn omgeving en een ander.

Hierdoor wordt het schoolse leren geen belasting, maar een logische stap.